• Financieel lange termijn beleid dat rust op twee pijlers: sociaal en financieel gedegen.
  • In deze periode zal er een taakstellende bezuiniging gerealiseerd moeten worden. We houden daarbij rekening met een taakstelling van 4 miljoen euro in deze periode. In het coalitieakkoord is voor 3 miljoen euro al een richtinggevende invulling afgegeven. In de loop van de bestuursperiode zal duidelijk worden of en hoe de resterende € 1 miljoen zal worden ingevuld.
  • De ingestelde conjunctuurreserve wordt indien nodig gebruikt om de incidentele tekorten te overbruggen die ontstaan bij de invoering van de drie decentralisaties.
  • Een trendmatig verhoging van belastingen, leges en tarieven van 2% per jaar. De hoogte van de afvalstoffenheffing en rioolheffing wordt jaarlijks bepaald op basis van de actuele cijfers.
  • De OZB-tarieven gaan niet omhoog, met uitzondering van de inflatiecorrectie. Daarbij gaan we uit van de door het CBS in maart van het voorafgaande jaar geprognosticeerde inflatie van het komende begrotingsjaar.
  • Geld voor nieuw beleid of intensiever beleid komt uit de beschikbare bestedingsruimte of uit het verminderen of beëindigen van bestaand beleid, anders dan in de ombuigingen benoemd.
  • Als gemeentelijke werkgever vervullen we een voorbeeldrol in het bieden van mogelijkheden voor mensen met een beperking.
  • De gemeentelijke organisatie levert een belangrijke bijdrage aan de totale ombuigingen. Bovenop de vanaf 2014 lopende taakstelling van ongeveer € 700.000, komt een extra taakstelling van € 600.000 voor de bedrijfsvoering. Daarbij blijft het uitgangspunt dat organisatieontwikkeling plaatsvindt zonder gedwongen ontslagen.