De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen. In artikel 38, onderdeel a, van het BBV wordt gevraagd om in de balans afzonderlijk op te nemen:
Grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar:

  • Niet in exploitatie genomen bouwgronden; en
  • Overige grond- en hulpstoffen.

In onderdeel b van artikel 38 wordt gevraagd om ‘onderhanden werk’ te vermelden, hieronder vallen ook bouwgronden in exploitatie. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken (ingevolge artikel 17 BBV = exclusief mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage.

 

(bedragen x € 1.000)

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2017

2018

2019

2020

2021

a

Niet in exploitatie genomen / strategische
gronden (cf. art. 38 lid a punt 1 BBV)

     10.047

        8.195

        8.195

        8.195

        8.195

b

Bouwgrond in exploitatie (cf. art. 38 lid b BBV)

       8.248

      10.26

      10.263

      10.263

      10.263

c

Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV (excl.

     80.826

      77.362

      77.000

      77.000

      77.000

mutaties reserves)

Grondexploitatie (a + b) / c * 100%

23%

24%

24%

24%

24%

Analyse

We hebben per 1 januari 2018 iets meer dan € 10 miljoen aan gronden in exploitatie. De waardering hiervan is afhankelijk van de (verwachte) toekomstige verkopen. Dit wordt jaarlijks intern geanalyseerd en beoordeeld door de accountant.